Hoe sta je stil bij een jubileum van de GG Arnhem? Het is een gebeurtenis die verwondering geeft, die klein maakt. Als kleine gemeente in een grote stad hebben we niet de macht van het getal. Maar God werkt ook niet door macht of grote getallen: Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daar vestigen we onze hoop op. We hopen het jubileum rond de institueringsdatum van 7 maart in een bijeenkomst aandacht te geven. Daarnaast denkt een commissie na over andere jubileumactiviteiten.
De gemeente begon in 1948 ergens boven een winkel in de binnenstad van Arnhem met een leesdienst. Na instituering in 1949, via een gebouw aan de Kortestraat en de Parkstraat, verhuisde de gemeente in 1969 naar het huidige kerkgebouw aan de Groen van Prinstererstraat en trok in bij de Christelijk gereformeerde gemeente die met ds. Van Ravenswaay overkwam naar de Gereformeerde Gemeenten. Enkele ouderen in de gemeente herinneren zich nog de periode van ds. K. De Gier, die de gemeente diende van 1975-1980.
Met de komst en ‘terugkomst’ van ds. Kattenberg, in 1987 resp. 2000 kreeg Arnhem een predikant die de gemeente vele jaren heeft gediend. Prediking die samengevat kan worden met de woorden van Paulus: Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd. In deze lijn hebben ook vele ambtsdragers gediend, op de voor- en op de achtergrond. Velen kennen nog het echtpaar Fraanje, die jarenlang huis en hart openstelden voor jonge en oude mensen.
GG Arnhem heeft in de loop van de jaren heel veel mensen zien komen en gaan. Studenten die na hun studie weer vertrekken. Jonge stellen die verhuizen in verband met school voor de kinderen. De leeftijdsopbouw is wat onevenwichtig. Veel jongeren, veel ouderen. De middenleeftijd is ondervertegenwoordigd.
Sinds het afscheid van ds. Kattenberg in 2005 is de gemeente in ledental teruggelopen. Met de oprichting van de Gereformeerde Gemeente in Ede raakte Arnhem een belangrijk deel van het voedingsgebied kwijt. Bovendien maakten verschillende gezinnen de keuze om in eigen woonplaats naar de kerk te gaan.
(tekst gaat verder onder foto)
De laatste jaren zien we een voorzichtige kentering van deze neerwaartse trend. Na een interne bezinning over de verantwoordelijkheid van de kerk in de buurt, zien we een toenemende betrokkenheid van de gemeente op de buurt en ook andersom. Via de kinderbijbelclub komen soms ook ouderen mee naar bijeenkomsten die we rond de kerkelijke feestdagen voor de buurt beleggen. Ook zijn we blij met verschillende jonge mensen die zich de laatste tijd bij de gemeente hebben aangesloten.
In het spraakgebruik zeggen we nogal eens: “onze gemeente”. Als kerkenraad herinneren we elkaar er regelmatig aan: de gemeente is niet van ons. Tijdens een bijbelstudie - waarmee we iedere kerkenraadsvergadering beginnen – over Efeze 5 dachten we na over hoe Christus de gemeente heeft liefgehad en Zichzelf voor haar heeft overgegeven. In vers 27 staat dan: “Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk”. Dat mogen we aan God overlaten. En intussen als kerkenraad – en in het ambt van alle gelovigen – bidden, het goede doen en wachten op God. En dat gaat beter met lege handen dan met volle...
Door notulenboeken bladerend zie je de menselijke kant van de gemeente. Dat is veelal mensenwerk. Wanneer we zondags echter lof- en klaagliederen mogen zingen, en het Evangelie van zonde en genade mogen horen, dan vervult ons dat met dankbaarheid. En verwondering over Gods werk. In die verwondering willen we ook eindigen, met de belofte, waarmee de gemeente in 1949 werd geïnstitueerd: “En de naam der stad zal van dien dag af zijn: De HEERE is aldaar”.
Bron: kerkenraad GG Arnhem
.jpg)