In duisternis … boodschap van het Licht. Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien (Jes. 9:1a). De profeet Jesaja mag de adventsboodschap verkondigen. Tot een volk dat in duisternis wandelt
(Jes. 8). Zo is het ook vandaag: het volk wandelt in duisternis. Juist dan laat de Heere Jesaja de advents-boodschap uitdragen.
Jesaja ziet dat het volk in nood is. Vanwege ernstige zonden en gruwelijke afgoderij. Men vraagt niet naar de Heere. Intussen is er de tuchtroede Gods: de vijand is er met machtige legers. Overal is er nood; gevaar is nabij; de dood gaat rond. Er is in deze levensomstandigheden onzekerheid, benauwdheid, angst. Intussen zoekt men het in allerlei zaken, maar niet in verootmoediging en met schulderkenning bij de Heere. Er zijn er die vloeken op hun koning en zelfs op God.
Zien wij niet veel overeenkomsten met het tijdsbeeld vandaag? Er is coronanood. Nog steeds, en nu weer in heviger mate. Dat geeft grote zorg en vraagt gepaste maatregelen. Maar onze middelen schieten tekort. Vooral in geestelijk opzicht staat het er zo ernstig voor. Onzekerheid en angst is waarneembaar. Ook brutaliteit; de mens blijft het bij zichzelf zoeken. Hoe is dat bij ons als kerkmensen?
En bij Gods kinderen? Is er lering getrokken uit de al maar voortdurende coronatijd? Is er schuld geëigend; zijn we bij de Heere terecht gekomen? Of mogen er zijn die schuldbelijder en (voor)bidder gemaakt zijn? Door de Geest der verootmoediging en der gebeden.
Het volk wandelt in duisternis. Toen en nu. Kerkmens en wereldling. Juist toen deed de Heere Jesaja prediken: ‘Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.’ Het is een wonder van de Heere dat die prediking toen mocht uitgaan. En vandaag ook nog; ook weer in adventstijd. Van de beloofde Zoon en het voortgaande welbehagen. Laten we het mogen opmerken. Wat is de voortgang van de prediking dan noodzakelijk. Juist in deze donkere tijd. En vooral de toepassing ervan. Door de onmisbare werking van de Heilige Geest.
Nieuwe maatregelen
Tijdens de persconferentie op vrijdag 26 november jl. heeft het kabinet strengere maatregelen bekend gemaakt, met het oog op het terugdringen van het aantal besmettingen en het voorkomen van de verdere overbelasting van de zorg. Eén van de maatregelen betreft de verplichte sluitingstijd van 17.00 uur voor niet-essentiële winkels en bezoeken.
De maatregelen zijn er op gericht het aantal contactmomenten per dag sterk te verminderen.
Zowel de minister-president als de minister van Veiligheid en Justitie hebben een dringend beroep gedaan op de kerken om -in het verlengde van de genoemde maatregelen- geen kerkdiensten meer te houden na 17.00 uur; dit betreft kerkdiensten die na dit tijdstip nog niet zijn afgelopen, én kerkdiensten die na dit tijdstip beginnen.
Wij hebben ons over dit dringende beroep (geen verplichting) beraden, en hebben ons daarbij laten leiden door de volgende principiële uitgangspunten:
(Ten overvloede: de basismaatregelen en de verplichte afstandsregel van 1,5 meter blijven bij alle ontmoetingen onverminderd van kracht.)
Wat betreft de (zondagse) erediensten
a. De grote waarde van de zondagse erediensten op de dag des Heeren is onopgeefbaar.
Tijdens deze erediensten komt de gemeente samen rondom de verkondiging van het Woord van God,
en vinden gemeenschappelijke gebeden plaats voor gemeente, kerk, overheid en samenleving, juist ook
met het oog op de nood van de tijd en de noodzaak van verootmoediging en bekering.
b. Daarbij is het van grote waarde dat ouderen en jongeren, gezinnen en families tweemaal per zondag kunnen samenkomen; zoals bekend: in Zeeuwse gemeenten driemaal.
c. Wij achten het een goede zaak, dat veel kerkenraden inmiddels in coronatijd ertoe zijn overgegaan om per zondag drie kerkdiensten te beleggen om zodoende de gehele gemeente de gelegenheid te geven -met inachtneming van de verplichte afstandsmaatregel- éénmaal of tweemaal per zondag een kerkdienst bij te wonen.
d. In het licht van het bovenstaande beschouwen wij de zondagse erediensten als essentieel voor het geestelijk welzijn van de gemeenten.
e. Wij adviseren uw kerkenraad daarom het bij ‘essentieel’ passend tijdstip van 20.00 uur zo veel als mogelijk als ‘eindtijdstip’ te hanteren.
f. Wij achten de doordeweekse diensten evenzeer van grote betekenis, al onderkennen wij het (principiële) verschil tussen de erediensten op de dag des Heeren en die in de week.
Wij beseffen overigens, dat er voor de praktische en concrete uitwerking van het dringende overheidsadvies geen algemene handreiking is te geven. Daar is de plaatselijke situatie te verschillend voor. Uiteraard heeft u als plaatselijke kerkenraad een eigen verantwoordelijkheid om -als u dat nodig acht- alternatieve mogelijkheden voor de erediensten te benutten en andere aanvangstijdstippen te kiezen.
Wat betreft dringende kerkelijke vergaderingen
g. Dringende kerkelijke (leden)vergaderingen en het geven van de catechese kunnen doorgang vinden. De catechese is een ambtelijke taak die niet zomaar achterwege gelaten kan worden.
Wat betreft het verenigingswerk en bijeenkomsten rond de Kerstdagen
h. Wat betreft het verenigingswerk is grote terughoudendheid geboden, gelet op de oplopende besmettingsgraad onder jongeren en de kwetsbare groepen onder ouderen. Wij adviseren nadrukkelijk om te zien naar alternatieve (digitale) mogelijkheden voor ontmoeting, al dan niet in combinatie met andere tijdstippen. Dit advies geldt ook de bijeenkomsten rond de Kerstdagen.
Ruim anderhalf jaar zijn inmiddels verstreken. Wij moeten helaas vaststellen dat (mutaties van) het corona-virus nog altijd om zich heen grijpt. Wij moeten vrezen dat het virus nog lange tijd onder ons zal zijn.
Opnieuw is er sprake van veel besmettingen, in ons land maar ook binnen het geheel van ons kerkverband, en worden gezinnen en families getroffen door zorg, verdriet en rouw. De vele rouwadvertenties zijn een stille getuige van de ernst van de huidige situatie.
Wij dragen als kerkenraden een grote verantwoordelijkheid om aan de ene kant voorzichtig te zijn, en aan de andere kant oog te hebben voor de pastorale zorg voor eenzamen en kwetsbare groepen. Juist in de donkere wintermaanden kan een blijk van meeleven en betrokkenheid (een pastoraal bezoekje of een telefoongesprek) van grote waarde zijn.
Wij hopen en bidden, dat de zorg en nood mag uitdrijven tot de Heere of Hij -onverdiend- wonderen wil doen.
Wij wensen u met uw gemeente van harte Gods zegen toe en bidden dat de Heere ons allen in Zijn gunst gedenkt.
Met broederlijke groet, in verbondenheid,
Namens deputaatschap Vertegenwoordiging en Voorlichting,
Ds. P. Mulder, ds. A. Schreuder, ds. J.M.D. de Heer
Namens deputaatschap Kerk en Overheid,
Ds. F. Mulder, J.N. van de Poel
Namens deputaatschap Kerkelijke Dienstverlening,
Ds. H. van der Heiden, L.W. Both