Ds. A. Moerkerken 50 jaar predikant

Home Nieuwsberichten Ds. A. Moerkerken 50 jaar predikant

Graag zou ds. A. Moerkerken nog eens preken, en zeker ook lesgeven op ‘het schooltje’ aan de Boezemsingel. Een groot aantal lichamelijke zorgen verhindert dat echter. Terugblikkend zegt de emerituspredikant na vijftig jaar: ‘Ik heb een zeer goede Meester’.

Het keerpunt in de halve eeuw dat de jubilaris de gemeenten heeft mogen dienen, had plaats in een kerkdienst in 1995. ‘We stonden in Enter te wachten in de consistorie tot het orgel zou zwijgen en we naar binnen konden, toen er met kracht in mijn hart kwam: ‘En zult gewaarworden Mijn afbreking’ (Num. 14:34b). Zonder op dat moment te begrijpen wat deze woorden voor mij betekenden, moest ik de kansel op. Maar achteraf bezien is vanaf die tijd de afbraak van mijn lichaam begonnen’.

De lichamelijke moeiten leidden ertoe dat hij een deel van het werk dat hem lief was, moest opgeven. Toen hij de voorzitter van het curatorium, ds. A.F. Honkoop, vertelde te willen stoppen met zijn werk aan de Boezemsingel zei deze: ‘Dan stop jij als gemeente predikant’. Die oplossing had ds. Moerkerken niet verwacht. Per 1 juni 1996 ging hij met emeritaat om zich geheel te wijden aan het docentschap en het rectoraat dat hij per die datum overnam van ds. K. de Gier.

Op de vraag wat hij het liefst deed, antwoordt ds. Moerkerken na enig nadenken: ‘Ik heb met de hulp van de Heere van harte de gemeenten van Nieuw-Beijerland en van Gouda gediend. Maar doceren deed ik het liefst’.

Toen ds. Moerkerken in 1974 predikant werd, had hij niet kunnen denken ooit docent te worden. De hervormde ds. W.L. Tukker wist dat echter al vóórdat de jonge Moerkerken door het curatorium was toegelaten. Ds. Tukker belde eens de moeder van ds. Moerkerken en zei: ‘Mevrouw, uw zoon zal predikant worden, hij zal dat worden in de Gereformeerde Gemeenten én hij zal daar docent worden’. Dat is uitgekomen.

Met weemoed en dankbaarheid denkt ds. Moerkerken terug aan de ruim vijfendertig jaar waarin hij in Rotterdam doceerde. ‘Weemoed omdat het voorbij is; dankbaarheid vanwege de hartelijke band die ik heb ervaren met de studenten’. Dat waren ‘zijn jongens’. ‘Ik heb van ze gehouden, met alle verschillen in karakters, liggingen en talenten’.

Drie kernvakken doceerde ds. Moerkerken: exegese, homiletiek en kerkgeschiedenis. Het liefste gaf hij exegese. Steeds wees hij de studenten erop de tekst secuur uit te leggen. Bij de lessen homiletiek beklemtoonde hij dat de applicatie (de toepassing) nauw moet aansluiten bij de explicatie (de uitleg). ‘Wanneer mensen na de dienst niet de kernpunten van een preek kunnen navertellen, is de onderwijzing van de gemeente mislukt’.

Tot aan zijn emeritaat diende ds. Moerkerken twee gemeenten. Op 11 september 1974 bevestigde ds. A. Vergunst hem in Nieuw-Beijerland. Deze gemeente leek een vergeten kudde te zijn. Ze was achtendertig jaar vacant geweest. Het was opmerkelijk dat ds. Moerkerken zich gedrongen voelde om bij de intrede te preken over Ezechiël 34 vers 11a: ‘Want zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen’. Bijna dertien jaar diende hij deze gemeente. ‘We hadden het daar goed. Nieuw-Beijerland is mijn eerste liefde’.

In 1987 ‘moest’ ds. Moerkerken verhuizen naar Gouda. ‘Deze gemeente was al langer op mijn hart gebonden maar ik had innerlijk bezwaren’. Toen hij er voor de zevende keer werd beroepen, kon hij er niet onderuit. Vooraf had de Heere hem bepaald bij de woorden: ‘Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij’.

Ds. Moerkerken besefte dat hij in Gouda veel zorgen zou tegenkomen. De gemeente was in voorgaande jaren door verschillen over de leer en de prediking verdeeld geraakt. Het ledental was fors teruggelopen. ‘Maar van meet af aan voelde ik daar te moeten zijn’. Toen het echtpaar Moerkerken na het aannemen van het beroep kennis kwam maken met de kerkenraad, liet ouderling Koppejan zingen Psalm 147:1. ‘Ik werd getroffen door de regel: ‘Vergaren en in vree doen leven’. Dat was mijn mandaat’. En ondanks alle zorgen die er in de negen jaar soms waren, hebben we daar een goede tijd gehad’.

Daarom viel het de predikant niet mee afscheid te nemen en te verhuizen naar Capelle aan den IJssel, waar hij tot 2019 diende als hulppredikant. ‘Die gemeente is ontzettend goed voor ons geweest. Capelle is niet mijn eerste liefde, maar wel mijn grote liefde’.

Vergaren en in vree doen leven... ‘Het is een onverdiende zegen als je dat mag doen’. Tegelijk sluit dat wel enigszins aan bij het karakter van de inmiddels 77-jarige jubilarispredikant. ‘Ik heb een hekel aan ruzie en heb steeds geprobeerd de flanken bij elkaar te houden. Ik was niet alleen als hoofdredacteur verbonden aan De Saambinder, maar ik ben ook een beetje een saambinder. En tegelijk weet ik: uiteindelijk kan alleen de Heere dwaal- en twistzieke mensen, die we allen zijn, vergaren en in vree doen leven’.

Bron: De Saambinder

Auteur: W.B. Kranendonk

Foto: Cees van der Wal

Terug naar overzicht nieuws