‘De dominee krijgt van ons iedere week een vrije avond en die mag hij besteden zoals hij die wil. De weekbeurt doet hij in zijn vrije tijd’. Daarmee verdedigde ouderling W. Neeleman uit Krimpen destijds met een knipoog dat ds. A. Schot - ondanks een volle agenda- wekelijks uit preken gaat. Het uitleggen en verkondigen van het Woord van God, vindt de predikant uit Nunspeet ‘het mooiste dat er is’.
Op 2 september is ds. Schot een kwarteeuw predikant. De eerste vijf jaar diende hij de gemeente van Krimpen aan den IJssel, de laatste twintig jaar die van Nunspeet. Dat hij naar deze grote gemeente op de Veluwe moest, liet de Heere hem reeds zien toen hij tijdens een vakantie in zijn studententijd een dienst bijwoonde waarin kandidaat F. Mulder in Nunspeet sprak over Jesaja 48. ‘Ik wist heel zeker dat ik op de kansel van Nunspeet zou gaan dienen. Vandaar dat ik echt dacht dat ds. Meeuse zich vergiste toen hij het beroep naar deze plaats aannam’.
Krimpen aan den IJssel werd zijn eerste gemeente. Tijdens een dienst in Krimpen voelde hij wel liefde tot de gemeente, ‘maar geen roeping’. Dat veranderde later. De Heere bepaalde hem krachtig bij de woorden: ‘Dit is de weg, wandelt in denzelven!’ ‘Toen het beroep na enkele dagen van wachten kwam, moest en mocht ik het aannemen’.
Ds. Schot zegt in Krimpen ‘een heel goede tijd’ te hebben gehad. ‘Het was ook een voorbereidingstijd voor het dienen in de nog grotere gemeente van Nunspeet. Ik had in Krimpen een kerkenraad die me steunde en waarvan ik veel heb geleerd’.
Voor zijn eigen geestelijk leven waren de jaren daar niet gemakkelijk. ‘De Middelaar had Zich wel geopenbaard, maar mijn schuld stond nog open. Dat achtervolgde me, totdat de Heere mijn ogen er op de preekstoel voor opende dat de plage op Christus geweest was’.
Opvaren met vleugelen
Toen voorjaar 2003 het beroep van Nunspeet kwam, voelde ds. Schot allerlei bezwaren. De Heere nam die weg door hem te bepalen bij Jesaja 40:31: ‘Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden’. Met het woord: ‘Geef gij hun te eten’, werd het aannemen van het beroep naar Nunspeet onontkoombaar. ‘Ik stond op biddagmorgen 2003 op de kansel van Krimpen, maar het was alsof ik preekte voor Nunspeet. Ik moest de kerkenraad nog vertellen dat ik zou gaan, maar ik kon na die dienst niet meer zwijgen’.
Hoewel de weg naar Nunspeet duidelijk was aangewezen, nam dat niet weg dat het ds. Schot een jaar kostte om echt van Krimpen los te komen. ‘Ik was sterk aan die gemeente verbonden, zoals ik dat nu aan Nunspeet ben. Maar ik heb wel geleerd, dat je er zomaar opeens van losgescheurd kunt worden’.
De Gereformeerde Gemeente Nunspeet telt 2471 zielen en is daarmee een van de grootste van het kerkverband. Hoe is het dan mogelijk dat haar predikant nog binnen het landelijk verband taken vervult? Ds. Schot is lid van enkele deputaatschappen, van synodale commissies en is docent aan de Theologische School.
‘Het is inderdaad veel’, zegt hij. ‘Maar tot nu toe geeft de Heere me krachten. Ik ben gezegend met een goede gezondheid en kan met wat minder slaap toe. Ik ben bijzonder dankbaar voor de steun vanuit de kerkenraad. Jarenlang is broeder J.T. van den Berg hier ouderling geweest. Hij had ook hart voor het geheel van onze gemeenten en onderstreepte dat het juist belangrijk is dat daarvoor taken worden gedaan. En de broeders kerkenraad namen dat van hem aan en nemen me veel werk uit handen’.
Daarnaast vertelt de predikant - met enige schroom - dat hij in het verleden de Heere had gebeden of hij zoveel werk mocht krijgen dat hij minder in de gelegenheid zou zijn om te zondigen. ‘Dat maakt nee-zeggen lastig’.
Docentschap
Van de verschillende taken die de synode hem opdroeg, beschouwt ds. Schot het doceren aan de Theologische School als de meest verantwoordelijke. ‘Ik heb niet zien aankomen dat ik tot docent benoemd zou worden. Het lesgeven heeft de liefde van mijn hart. Ik ben onderwijzer geweest. Achteraf zie ik dat de Heere me die periode heeft gegeven om te leren moeilijke dingen eenvoudig uit te leggen. Mannen opleiden om uitlegger van de Schrift te worden, dat is een verwaardiging. Daar kan ik nog steeds niet over uit’.
Na 25 jaar te hebben gediend, wil ds. Schot ervoor waken zijn prestaties te etaleren. ‘Van onze kant is er niets om te roemen. Het was Zijn trouw dat we tot hiertoe het ambtelijke werk hebben mogen doen. Toen we vanuit onze woonplaats Nieuw-Beijerland naar onze eerste gemeente reden, maakte het diepe indruk op me dat juist op dat moment de regenboog aan de hemel stond. De Heere heeft 25 jaar trouw gehouden. Alleen daarom is het goed gegaan’.
Bron: De Saambinder
Auteur: W.B. Kranendonk, Amersfoort