Zaterdagmiddag 20 februari is ds. C. Sonnevelt benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving deze onderscheiding uit handen van burgemeester A.J. Huisman van de gemeente Reimerswaal tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van zijn 35-jarig ambtsjubileum.
In zijn toespraak wees de burgemeester onder meer op de grote inzet en betrokkenheid van de predikant bij de uitoefening van zijn ambt: ‘Ik heb ondervonden dat u met een enorme energie, betrokkenheid en inspanning uw werk doet. Allereerst hier in de grote en mooie gemeente van Krabbendijke, maar ook voor mensen daarbuiten. Kriskras door het land en tot ver buiten de landsgrenzen zet u zich in voor het wel en wee van mensen, maar bovenal voor de verspreiding van Gods Woord. U wilt daarbij dienstbaar zijn aan de Allerhoogste.’
Woorden van dank en waardering waren er ook van ouderling J.A. Bliek, ds. W.J. Karels, ds. S. Maljaars en ds. H.A. van Zetten. Treffend verwoordde ds. Karels de gevoelens van de verschillende sprekers: ‘In ons is geen roem. Ik denk daarom dat het in uw hart ligt: Hulpe van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag.’
In zijn dankwoord blikte ds. Sonnevelt onder meer terug op de jaren die achter liggen: ‘Het is enkel Gods goedheid dat we 35 jaar hebben mogen werken in Zijn Koninkrijk. De Heere heeft mij verdragen in Zijn lankmoedigheid. ’t Is een wonder dat Hij ons nog niet uit Zijn dienst heeft ontslagen. Hem alleen de eer. Als ik op mezelf zie en op mijn werk, dan moet ik zeggen: ‘Ik ben weer in de rode cijfers beland. Maar de Koning is goed voor mij geweest. Er is geen betere Koning, geen beter Woord en geen betere dienst.’
In de avonddienst van zondag 21 februari stond ds. Sonnevelt stil bij 1 Korinthe 2:2: ‘Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd.’ Aan het einde van de dienst werd hij namens kerkenraad en gemeente toegesproken door ouderling Bliek. Deze bedankte ds. en mevrouw Sonnevelt voor al hun arbeid in de gemeente. Verwijzend naar de koninklijke onderscheiding die ds. Sonnevelt had ontvangen, wenste hij hem nog een andere onderscheiding toe, namelijk waar Paulus van spreekt in 2 Timótheüs 4:8: ‘Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal.’ Staande werd ds. Sonnevelt toegezongen Psalm 134:1 en 3.
Bron: J.P. Sinke (De Saambinder)