Ds. C.G. Vreugdenhil, predikant te Houten, gaat op 8 januari a.s. met emeritaat. Na 43 -bijna 44- jaar actieve dienst, waarvan 13 jaar als zendingspredikant en 30 jaar in de Nederlandse gemeenten. A.s. zondag, 7 januari, hoopt hij afscheid te nemen.
Ds. Vreugdenhil werd geboren op 2 april 1946 te Dirksland. Hij studeerde theologie aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam en in Utrecht en Leiden. Een broer van zijn vader was de schrijver van de bekende kinderbijbel, zijn grootvader was ds. J. Vreugdenhil. In Utrecht volgde hij de vooropleiding klassieke talen, maar de eigenlijke theologie-studie volgde hij aan de Leidse universiteit, omdat Vreugdenhil naar Zoetermeer was verhuisd, in verband met zijn leraarsbaan. Ondertussen was Vreugdenhil ook toegelaten tot de Theologische School te Rotterdam. Kort na elkaar deed hij in het voorjaar van 1974 aan school en universiteit de kandidaatsexamens.
De Saambinder van 28 maart 1974 meldt, opvallend, zowel het beroep van de gemeente Zoetermeer op kand. C.G. Vreugdenhil als zendingspredikant als het aannemen van dit beroep. En met het aannemen van dit beroep ontvangt de Gereformeerde Gemeenten haar 3e zendingspredikant, na ds. G. Kuijt die op 15 juni 1962 door Rotterdam-Centrum was uitgezonden naar Irian Jaya en ds. L. Huisman die in 1973 door Vlaardingen was uitgezonden naar Zuid-Afrika.
Al op 10 april (1974) werd kand. Vreugdenhil tot predikant bevestigd door ds. H. Rijksen. Hij sprak vanuit Handelingen 26 over het thema „Om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht des satans tot God". Ds. Vreugdenhil deed intrede met de woorden uit Mattheüs 24: 14: „En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis aller volken en dan zal het einde komen". De zendingspredikant onderscheidde drie -punten bij de verkondiging van het Evangelie, namelijk de inhoud, het doel (tot een getuigenis) en de begrenzing (in de gehele wereld waar thans nog 2000 stammen het Evangelie nog niet gehoord hebben) met daaraan verbonden de tijd daarvan: totdat het einde komt.
Aan de handoplegging namen o.a. deel ds. H. Paul, ds. P. Blok, ds. K. de Gier en ds. A. Vergunst.
In juni 1974 vertrok ds. Vreugdenhil, samen met zijn vrouw en twee kinderen naar de zendingspost Landikma in de binnenlanden van Irian-Jaya. Daar werkte op dat moment zr. Van Moolenbroek geheel alleen. Het doel was om naast zijn zendingspredikantschap een Bijbelschool te openen en via instructiewerk aan inheemsen mee te helpen aan het opbouwwerk in de jonge gemeenten die er waren ontstaan. Kortom: een opleiding van evangelisten die op hun beurt hun eigen volksgenoten in contact zouden brengen met het Evangelie.
Na 13 jaar, in 1987, keerde ds. Vreugdenhil weer terug naar Nederland. Zondag 8 februari van dat jaar preekte hij afscheid te Abenaho (Irian Jaya) n.a.v. Handelingen 20: 32. In deze dienst wees hij er op dat ds. G. Kuijt in 1963 mocht beginnen met planten en dat hij door de genade des Heeren mocht bemesten. Paulus mocht wijzen op de onverderfelijke erfenis die voor al Gods kinderen is weggelegd. Wie echter onbekeerd voortleeft -gedoopt zijn is niet genoeg om de erfenis te verkrijgen- zal voor eeuwig verdorven worden, aldus de predikant.
Hierna begon een lange periode van 30 jaar waarin hij nog 5 Nederlandse gemeenten zou dienen. Toen ds. Vreugdenhil in 1987 terug keerde werd hij in mei van dat jaar beroepbaar gesteld. Uit de 14 uitgebrachte beroepen mocht dat van Vlissingen worden aangenomen. Deze gemeente was nog maar een jaar vacant, na het vertrek van ds. H. Paul. De periode aan de Zeeuwse kust zou niet lang duren. Na drie jaar, de periode dat er weer mag worden beroepen, werden er al snel weer beroepen uitgebracht op ds. Vreugdenhil. En het duurde slechts een jaar toen er “gereedschap van vertrek” moest worden gemaakt. Lelystad beriep in oktober 1991 en dat beroep moest worden aangenomen. Op 19 januari 1992 werd afscheid gepreekt van Vlissingen en tien dagen later werd hij in Lelystad bevestigd door ds. R. Kattenberg. In de avonddienst volgde de intrede met de bekende woorden over de Vriend van de Bruidegom uit Johannes 3: 29. Klein detail: zijn bevestiger zou hem drie jaar later opvolgen in Vlissingen.
Ruim 7,5 jaar zou de periode in Lelystad duren. In een gemeente die nog niet zo heel lang bestond in de drooggemalen polder Oostelijk Flevoland. Bij zijn komst was de gemeente nog geen 19 jaar oud. Wél ontving zij in de komst van ds. Vreugdenhil al haar 2e predikant. In 1999 werd de predikant geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. Als hoofdmotief voor de onderscheiding werd genoemd het zendingswerk dat ds. Vreugdenhil, in opdracht van de Zending Gereformeerde Gemeenten, dertien jaar lang verrichtte in Irian Jaya. Zijn bijzondere opdracht was om daar in de toen nog jonge gemeenten een kader te vormen dat de leiding zou kunnen overnemen. Hij zette daartoe een centrale bijbelschool en een middelbare theologische school op.
Echter, het vertrek was al weer aanstaande. Twee maanden voor de uitreiking van deze onderscheiding had de predikant het uitgebrachte beroep van de gemeente Groningen aangenomen. Deze gemeente ligt behoorlijk geïsoleerd in het hoge noorden van ons land. Op 8 september 1999 werd hij er bevestigd door ds. C.J. Meeuse. Het grootste deel van zijn tijd in Groningen was hij de enige predikant binnen de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. In 2002 kwam ds. G. Hoogerland naar het redelijk in de buurt liggende Drachten. Heel lang zou de periode in Groningen niet duren. Toen hij nog maar 1,5 jaar beroepbaar was had zijn voormalige gemeente Vlissingen al driemaal een beroep op hem uitgebracht. Dat 3e beroep was beslissend en moest worden aangenomen. Op 12 mei 2004 werd ds. Vreugdenhil er opnieuw bevestigd (door ds. A.B. van der Heiden) en deed hij er intrede met de woorden uit 2 Korinthe 4: 7.
Deze periode in Vlissingen zou tweemaal zo lang duren dan de eerste keer. Bij een interview bij zijn 40-jarig ambtsjubileum (inmiddels te Houten) zegt hij er zelf van: Nooit had ik verwacht op 67-jarige leeftijd het beroep van de gereformeerde gemeente in Houten aan te nemen. „Ik had de mensen in Vlissingen al verteld dat ik daar de rest van mijn leven zou blijven wonen. Voor mijn schoonouders, die beiden op hoge leeftijd zijn, hadden we in Vlissingen een huis gekocht op loopafstand van de pastorie.”
Dat de periode in Vlissingen niet altijd een gemakkelijke is geweest geeft de predikant zelf ook aan in het hierboven genoemde interview: In Vlissingen is drie keer door gemeenteleden een appelzaak tegen mijn prediking op de classisvergadering ingediend. Eén keer haalde dat zelfs de synode. Toen ik voor de tweede keer naar Vlissingen ging, werd de pastorie in de fik gestoken. Dat deed pijn.”
Zelfs op hogere leeftijd werden er nog continue beroepen op ds. Vreugdenhil uitgebracht. Diverse gemeenten zagen de predikant nog heel graag als hún predikant. Dat gold onder andere voor de gemeente Houten. Toen zij hun 2e beroep op ds. Vreugdenhil uitbrachten in maart 2013 mocht dat door de predikant worden aangenomen. Ruim vijf maanden later mocht hij zijn 5e Nederlandse gemeente gaan dienen na er bevestigd te zijn door ds. J.J. van Eckeveld. Zijn woorden van intrede kwamen uit de profeet Jesaja: Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende.
En nu, na ruim vier jaar Houten is de tijd aangebroken dat ds. Vreugdenhil met emeritaat gaat. Nog eenmaal blikken we terug naar het geciteerde interview, waarin hem wordt gevraagd: “In hoeverre is uw prediking veranderd in deze 40 jaar? Waarop de predikant antwoord: „Ik had in het begin niet genoeg oog voor de diversiteit van de hoorders. Ik bracht een standaardpakket. Maar een standaardbekering beschrijven is geen verkondiging. Dat doet niets met een mens. Hooguit kan iemand zich in bepaalde punten herkennen. Ik ben hoe langer hoe meer gaan inzien dat de boodschap moet landen in het hart. Een predikant moet aansluiten bij de belevingswereld van de hoorders. Ik gebruik op de preekstoel concrete voorbeelden, bijvoorbeeld van een tomtom als het gaat over Gods leiding in je leven.” En, wordt er dan vervolgens gevraagd, hoe ziet u uw toekomst? Waarop uit het hart wordt genatwoord: „Ik wil de kracht die God me geeft in de eerste plaats besteden in dienst van de gemeente. Hoe Gods weg ook zal gaan, Hij laat Zijn schapen, ook de herdersjongens, niet los. Bij Hem ben ik geborgen, nu en eeuwig.”
Ds. C.G. Vreugdenhil heeft opmerkelijk veel geschreven in zijn leven. Ook zijn er heel veel preken van hem (567 stuks) te beluisteren via prekenweb.