Ds. J. Mijnders 50 jaar predikant

Home Nieuwsberichten Ds. J. Mijnders 50 jaar predikant

Woensdag 26 augustus is het 50 jaar geleden dat ds. J. Mijnders, emerituspredikant te Barendrecht, tot predikant werd bevestigd in de grote gemeente te Rijssen door ds. K. de Gier met de woorden uit 1 Korinthe 3:7: „Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die de wasdom geeft".

Ds. Mijnders werd geboren op 11 juni 1921. Er waren al jong indrukken van dood en eeuwigheid, maar Mijnders leefde er overheen. Totdat de Heere hem in 1942 krachtdadig stilzette toen zijn vader aan tafel Psalm 91 las: " Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen." Mijnders zag toen in dat hij buiten die schuilplaatst stond en moest sterven. Uiteindelijk gaven de eerste verzen van Jesaja 60 hem ruimte.

Mijnders08.jpgIn februari 1943 werd Mijnders tewerkgesteld in Duitsland. Op 11 februari, de dag voor zijn vertrek naar Berlijn, gebruikte de Heere een preek in Dordrecht van ds. W. C. Lamain over Hebreeë n 13:5: &bdquo Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.&rdquo Elk woord uit die preek leek voor hem bestemd. De inhoud van deze belofte werd door Gods Geest zo krachtig in hem, dat hij vast mocht geloven weer gezond thuis te zullen komen. De Heere heeft Zijn belofte in een weg van onmogelijkheid waargemaakt.

Op 6 juni 1945 kwam hij na moeilijke jaren weer thuis. In 1948 werd hij in Den Haag diaken van 1952 tot 1963 was hij er ouderling. Daarna volgde nog het ambt van ouderling in de gemeente Utrecht van 1964 tot 1966. In dit jaar volgde de toelating tot de opleiding aan de Theologische School. Na een studie van 4 jaar werd Mijnders kandidaat gesteld en mocht hij uit veel beroepen dat van Rijssen-Zuid aannemen. In die jaren waren " Zuid en Noord" nog é é n gemeente van zo' n 5000 (doop)leden. In de avonddienst van 26 augustus 1970 verbond de 49-jarige predikant zich aan Rijssen met de wooren uit Jesaja 53: 10.

Lang zou de periode in Rijssen niet duren. Al binnen 3 jaar kwam het beroep uit Ridderkerk, dat moest worden aangenomen. Ds. J. Mol werd op 24 oktober 1973 zijn bevestiger en sprak uit 2 Korinthe 5 : 20. Het thema was: &bdquo De dienaar des Woords en zijn opdracht" .

Na een periode van 6 jaar was de roep uit Veenendaal hem te sterk en werd hij er op 13 december 1979 tot predikant bevestigd door (opnieuw) ds. K. de Gier. De tekst was 2 Korinthe 1 vers 21 en 22: " Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God. Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven" . Deze tekst spreekt van &bdquo Gods trouw, de enige maar ook zekere waarborg voor prediker en gemeente" .

Veenendaal was de gemeente die hij het langst zou dienen. Hij bleef er tot zijn emeriaat op 1 juli 1991. Daarna gaat hij als emerituspredikant nog vele jaren in diverse gemeenten voor in de bediening van woord en sacrament. Wanneer hij in 2010 veertig jaar predikant is blikt hij terug en zegt het volgende over zijn leven: Als ik nooit uitzicht had op datgene wat Hij weggelegd heeft voor degenen die Hem vrezen, ik was vergaan in smart en rouw. Dit is de wil des Vaders die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. De kroon is een teken van koninklijke waardigheid en bestemd voor koningskinderen. Wie zijn die koningskinderen? Die mogen hebben leren: door de genade Gods ben ik wat ik ben. Nu gaat de kerk des Heeren een goede toekomst tegemoet. Het Godswerk en het verheerlijken en het toebrengen van die genade gaat door, dwars door het wereldgebeuren heen.

Mijnders04.jpgTerugblikkend op zijn predikantschap ziet de predikant ook veel tekorten. " Ik zeg wel eens: de Heere is zo' n goede Werkgever, maar Hij heeft nog nooit zo' n slechte werknemer in dienst gehad. Mijn Koning kent mijn tobben. Maar ik mag door genade de voetstappen van mijn Koning drukken."

Als hij in december 2018 stopt met preken zegt hij in een intervieuw met het RD: De laatste preekbeurt was in Ridderkerk. Het was bijna Kerst en de preek ging over Matthé ü s 1:18: &bdquo De geboorte van Jezus Christus was nu aldus...&rdquo . &bdquo Ik mocht preken over: Het heilgeheim van Jezus&rsquo geboorte. Ten eerste: aan Maria bekendgemaakt, ten tweede: aan Jozef toebetrouwd, en ten derde: in Jezus vervuld. Dat was het laatste van mijn ambtelijke dienst. Ik heb er wel verdriet van dat ik Zijn Naam niet langer groot kan maken op de kansel, maar het is een groot voorrecht en een wonder in mijn ogen dat het mij bijna vijftig jaar vergund is.

Preken was een halve eeuw lang de begeerte van zijn hart. &bdquo Het prediken van het Woord is, na het ontvangen van genade, de grootste zegen die de Heere mij gegeven heeft. Het is het liefste wat ik deed, maar ook datgene waar ik altijd het meest tegenop heb gezien. Ik heb vaak met veel vrees voor de preekstoeltrap gestaan. Maar als de Heere opening gaf en als datgene wat ik in de studeerkamer had overdacht, ging leven, dan was de kansel m&rsquo n liefste plekje. God is altijd goed geweest. Hij heeft mij daar nooit alleen laten staan.&rdquo

In zijn ambtelijk leven heeft ds. Mijnders diverse kerkelijke functies bekleed in verschillende deputaatschappen en was hij een aantal malen moderamenlid van de Particuliere Synode.

Terug naar overzicht nieuws