‘God is ons een Toevlucht en Sterkte’ staat er boven de entree van de Bethelkerk in Bodegraven. Dat maakt de HEERE waar: op biddag 12 maart 2025 is het precies 100 jaar geleden dat de Gereformeerde Gemeente van Bodegraven geïnstitueerd werd. Het plein van de kerk functioneert als publiek terrein. Rondom het 750 zitplaatsen tellende kerkgebouw vertellen de manshoge transparante ramen dat elke voorbijganger welkom is.
Het ontstaan van de gemeente is vergelijkbaar met andere Gereformeerde Gemeenten. Tussen 1920 en 1925 komen bezwaarden uit de Hervormde- en Gereformeerde Kerk in Bodegraven bij elkaar in de melksalon in de Kerkstraat. Dit uit onvrede over de prediking en het kerkelijk leven in de genoemde kerken.
Ook wordt er ‘vergaderd’ in de stal bij groenteboer P. van Wensveen (in de volksmond ‘Piet de Knol’) aan de Oud-Bodegraafse weg. Bij Cornelius Veldhuijzen (1863-1940) thuis in de Nieuwstraat worden eveneens samenkomsten en gezelschappen gehouden. Zijn opa werd als ouderling in 1841 met ds. Ledeboer afgezet, en hij kwam in 1920 in Bodegraven wonen. De bijeenkomsten hadden dan ook een sterk Ledeboeriaans karakter door de Bodegraafse families Van Wensveen en Veldhuijzen. Wanneer de Gereformeerde Gemeente op 12 maart 1925 door ds. W. den Hengst geïnstitueerd wordt met de tekst uit Galaten 5: 13 ‘Dient elkander door de liefde’, worden Veldhuijzen en Van Wensveen echter geen lid. Ze willen de Hervormde Kerk, ‘de planting Gods’, niet verlaten.
De eigenlijke oprichter van de gemeente is J.G. Hakkenberg (1886-1960), de vader van ds. D. Hakkenberg. Hij is boekhouder bij Cornelius Veldhuijzen en begint later een kaashandel in de Koningstraat. Hij gaat naar Leiden om de aanvraag voor de instituering in te dienen. De kerkenraad van Leiden had eerder het voorstel in de classis Amsterdam gedaan om in Bodegraven een gemeente te stichten. Hij regelt ‘alles’. De dominees Fraanje, Van Oordt en Kieviet, die in weekdiensten in de ‘lokaaltjes’ voorgaan, eten en slapen bij hem. Na de instituering wordt de ‘kerkelijk denkende’ Hakkenberg diaken tot hij in 1935 naar Utrecht vertrekt. (tekst gaat verder onder foto)
Diaken Hakkenberg met zijn vrouw
Eind 1925 komt de jonge gemeente samen in twee nieuwgebouwde woningen in de Koningstraat, die ingericht worden om kerkdiensten te houden. In dit ‘kerkje’ bevinden zich 100 zitplaatsen. Ruim gebouwd voor de 31 leden en 59 doopleden in 1926. In dit kerkje preekten ook twee predikanten die de gemeente van Bodegraven gediend hebben, al waren ze niet officieel aan de gemeente verbonden: ds. G. van Reenen (van 1925 - 1928] en ds. J.D. Barth [drie maanden in 1928]. In 1926 zijn er 31 leden en 59 doopleden. Voor ‘de oorlog’ schommelt het ledenaantal tussen de 100 en 125 leden. (tekst gaat verder onder foto)
Het kerkgebouw aan de Koningstraat
Naast de ernst van de prediking omdat het over zaken van levensbelang gaat, is er ook kerkgeschiedenis met een knipoog. Dat blijkt in het kerkje in de Koningstaat. Jo den Oudsten een ‘bezwaard lid’, zingt altijd een hele noot achter de gemeente aan. De toenmalige organist, Anton Slotboom, hield na de laatste toon direct op met spelen en iedereen hoorde Den Oudsten galmen. De vader van Jo den Oudsten die koster was, pikte in de kerk een vrouw zonder hoedje eruit en zette haar buiten de deur. Hierop zei E.J. Van Schothorst die in 1946 in de kerkenraad gekomen was, ‘als je dat nog een keer doet, ben je koster af’.
Door groei van de gemeente ontstaat ruimtegebrek en moeten groentetuintjes aan de Stationsweg plaats maken voor een nieuwe kerk. In 1961, er zijn dan 240 leden, wordt het nieuwe gebouw met 250 zitplaatsen, in gebruik genomen. Gedurende 33 jaar is E.J. van Schothorst als ambtsdrager een beeldbepalende figuur in de gemeente. Een verbinder en een bouwer. Veel zondagen leest hij twee keer een preek. Naast preken van predikanten van de Gereformeerde Gemeenten leest hij graag de Puriteinse schrijvers. Na de ochtenddienst leidde hij gedurende meer dan 25 jaar in zijn eentje de zondagschool. Opvallend is dat er in die tijd relatief veel kinderen die niet tot de gemeente behoren, hier naar toekomen. Hij geeft catechisatie wanneer Bart Roest uit Scherpenzeel hiermee is opgehouden. (tekst gaat verder onder foto)
Het kerkgebouw aan de Stationsweg
Het feit dat de gemeente ontstaan is uit zo veel verschillende typen en liggingen, namelijk thuislezers, onkerkelijken, verontruste hervormden en gereformeerden, werkt lang door in de gemeente. Van Schothorst blust binnenbrandjes, probeert tegenstellingen op te lossen. Niet altijd keert de rust terug. Vooral de ‘strijd’ in de kerkenraad en in de gemeente over de vraag of dominees ’s zondags met de auto naar Bodegraven mogen komen om te preken is hevig. Sommige kerkenraadsleden kunnen dit niet mee maken en treden terug.
In 1968 wordt een zangvereniging en een Jeugdvereniging opgericht. Het eigen kerkblad, ‘De Schakel’, verschijnt voor het eerst op 14 april 1968. In 2025 beleeft het bescheiden begonnen blaadje de 57e jaargang. In 1973 is er al een actieve zendings- en evangelisatiecommissie. En in 1975 kunnen de ouders hun kinderen naar de crèche brengen. Een jaar later, in 1976, kunnen belangstellende leden naar een opgerichte Bijbelkring. De gemeente telt in deze jaren 320 leden.
Als Van Schothorst op 4 juni 1980 plotseling overlijdt is de ontsteltenis in de gemeente groot. Hoe moet het nu verder? In deze verwarrende omstandigheden neemt in 1981 ds. A. Bac het beroep naar onze gemeente aan. Na 56 jaar en 74 beroepen krijgt Bodegraven een eigen predikant. ‘Ziet, zij zijn als een kudde zonder herder’, waren de woorden waarmee de Heere ds. Bac naar Bodegraven leidde. Hij blijft als predikant 22 jaar in ons midden. Een man die de vrede zoekt en Christus aanprijst voor verloren zondaren. Als ds. Bac tijdens zijn preken met de rug tegen de achterwand van de preekstoel gaat staat, ‘is er water onder het schip gekomen’ en lijkt het preken vanzelf te gaan. Veel van het zaad dat ds. Bac onder beding van de zegen van de Heere gezaaid heeft, is later opgekomen. Zijn pastorale gaven waren hartverwarmend en spreekwoordelijk. (tekst gaat verder onder foto)
Ds. A. Bac
Mede door de lokroep van de ‘zwarte makelaar’ zoals ds. Bac wel genoemd werd, hij probeerde namelijk iedereen naar Bodegraven te trekken, groeide de gemeente snel. Tussen 1990 en 2005 verdubbelde het ledental van 450 naar 900. Veel nieuwe leden werken bij ‘De Driestar’ of bij DWA, een adviesbureau in duurzaamheid waarvan ouderling Klaas de Wit de oprichter is. De ouderlingen K. de Wit, M.J. Uijl en G. Nieuwenhuis, die alle drie de gemeente vanaf de jaren tachtig als ambtsdrager meer dan 25 jaar dienen, zijn voor hun (zendings)werk heel vaak in het buitenland. Iets daarvan heeft zijn uitstraling op de gemeente die zich meer oriënteert op Gods wereldwijde kerk.
In 1995 wordt het huidige kerkgebouw aan de Dronensingel in gebruik genomen. Acht jaar later gaat ds. A. Bac met emeritaat. Hoewel het niet goed is dat een gemeente zonder eigen herder en leraar is, zorgt de Heere tot op vandaag de dag voor Bodegraven. (Oud-) consulenten dienen Bodegraven alsof het hun eigen gemeente is. In de 21 eeuw is het aantal verenigingen, Bijbelkringen, commissies en activiteiten groot. Het hart van het kerkelijke en geestelijk leven is de prediking. Van hieruit vindt het pastorale en alle andere werk plaats. (tekst gaat verder onder foto)
Het kerkgebouw aan de Dronensingel
Echter, niet ons geloof, maar Gods trouw en goedheid zijn bepalend geweest voor heel het kerkelijk en geestelijk leven in Bodegraven. Vanwege die trouwe zorg van de Heere voor de gemeente door de jaren heen komen er vruchten. De dienst der verzoening is het grootste geschenk dat ons om Jezus wil gegeven is. Als de kerkgangers het kerkgebouw verlaten worden ze hiernaar heen gewezen: ‘Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn’.
A.A. van der Schans, scriba
De kerkenraad van Bodegraven bij het 100-jarig bestaan.