Op 25 februari 1931 wordt er in de Nederlands Hervormde Kerk te Enter een stemming gehouden voor een kerkenraad. Voor degenen die de gereformeerde leer aanhangen en een bevindelijke prediking voorstaan loopt deze stemming op een teleurstelling uit. Enkele maanden later leggen de behoudende kerkenraadsleden hun ambt neer.
Dit leidt tot de oprichting van een Hervormd-Gereformeerde evangelisatie in 1932. Omdat godsdienstonderwijzer Brink uit Vriezenveen de leden aanmoedigde 'om een gebouw te stichten en niet zoveel op de financiële zijde te blijven staren, maar het ons in de allereerste plaats te doen moet zijn om Gods Woord erin te verkondigen naar de eisch van Zijnen wil waarvan men toch anders verstoken was’, heeft men inmiddels besloten een eenvoudig kerkje te bouwen. De kosten hiervan bedragen slechts f 2000,-. (tekst gaat verder onder foto)
In 1942 sluiten de meeste leden van de Evangelisatie zich aan bij de Gereformeerde Gemeenten en wordt Enter als afdeling bij Rijssen (‘Walkerk’) ondergebracht. Na enkele jaren als zodanig te hebben gefungeerd, vindt op 27 april 1949 de instituering tot zelfstandige gemeente plaats. Ds. P. Honkoop gaat daarbij voor. Tijdens deze dienst bevestigt hij G.J. Nijmeijer, B.J. Scholten en J.H. Scholten tot ouderling en J. Gulink en G.J. Rohaan tot diaken.
Omdat het houten kerkgebouw niet meer aan de eisen van de tijd voldoet en nogal wat bouwkundige gebreken vertoont, wordt er in 1976 besloten om op dezelfde plaats tot nieuwbouw over te gaan. Op 28 augustus 1977 komt men voor de laatste keer in het oude kerkgebouw bijeen. Tijdens de bouw van de nieuwe kerk worden de kerkdiensten in ‘Ons Centrum’, het verenigingsgebouw van de Gereformeerde Kerk, gehouden. Op 24 december 1977 vindt de eerste steenlegging plaats door ds. J. Mol. Deze mediteert daarbij over 1 Petrus 2:1-10. Op 11 mei 1978 wordt het nieuwe kerkgebouw officieel in gebruik genomen. Opnieuw is het ds. Mol die daarbij voorgaat en het Woord bedient uit Psalm 84:5: ‘Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela.’ Het aantal zitplaatsen in de kerk bedraagt ongeveer 250. (tekst gaat verder onder foto)
Begin jaren '80 kan ouderling Nijmeijer vanwege zijn hoge leeftijd geen ambtelijk werk meer kan verrichten, en er is ook geen diaken meer is In die tijd staat ouderling J.M.A. Diepeveen er vrijwel alleen voor. In overleg met de classis Kampen wordt ds. A. Bregman in 1982 als waarnemend voorzitter aan de kerkenraad toegevoegd. Samen met nog een aantal ouderlingen uit Rijssen biedt hij de nodige hulp. In 1983 neemt ds. J. Karels het werk van ds. Bregman over. Ondanks de vele arbeid in zijn eigen gemeente leidt hij gedurende vijf jaar elke kerkenraadsvergadering en staat hij de kerkenraad met raad en daad terzijde. In 1988 wordt de ambtelijke bijstand vanuit Rijssen beëindigd.
Na vele jaren een harmonium te hebben gebruikt, wordt er in 1984 een nieuw Johannus-orgel (Opus 310) in de kerk geplaatst. In 2001 wordt dit vervangen door een Allen-orgel.
De gemeente mocht onder de zegen van de Heere groeien. Deze maand werd het 185e lid ingeschreven. En daarmee groeide ook de kerkenraad. Op dit moment zijn er vier ouderlingen en twee diakenen. Tot een eigen predikant kwam het echter nooit, hoewel daar in 1959 en 1960 samen met de gemeente van Almelo diverse pogingen toe gedaan zijn. Maar nog steeds zorgt diezelfde God voor de komst van Zijn Rijk. Het is reden voor dank en ootmoed, met de woorden uit 2 Samuël 7:18 waarmee ds. J. Karels het 40-jarig bestaan van de gemeente herdacht: ‘Wie ben ik, Heere HEERE, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?’
Met dank aan J.P. Sinke te Krabbendijke
