We horen het uit de oudejaarspsalm, het gebed van Mozes in Psalm 90: ‘wij brengen onze jaren door als een gedachte. Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaar, of zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaar … want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen’. We móéten het weten uit de begrafenispsalm 39: ‘Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela’.
We kú nnen het weten uit zoveel woorden van God en nu ook dagelijks uit de dá den van God, die Zijn woorden bevestigen: &lsquo O HEERE, wat is de mens&hellip ? (Psalm 144:3). En dan komt het er voor ons allen op aan dat we bij bevinding van het vervolg weten: &lsquo wat is de mens dat Gij hem kent&hellip &rsquo Vanuit Gods eeuwige vredegedachten in Christus Jezus. Tot troost in leven en sterven.
Dichterbij en verder weg vallen er slagen en komen er pijnlijk lege plaatsen, omgeven met veel verdriet en daarbij komende verdrietelijkheden. &lsquo Midden in het leven zijn we door de dood omvangen&rsquo . Daar willen we niet aan, maar het í s wel zo. In woonzorgcentra, families, gemeenten en ook kerkenraden is en komt rouw. Er worden dierbaren uitgedragen, onder allerlei beperkende omstandigheden. Ieder mensenleven is kostbaar in Gó ds ogen. Dus ook voor ons! Aan ieder binnen de gemeentenkring zouden we als zodanig wel een &lsquo in memoriam&rsquo willen wijden.
Het is wel opmerkelijk dat op dezelfde dag, dinsdag 21 april, twee ouderlingen zijn overleden die beiden in het kerkelijk leven veel deden, beiden in verschillende deputaatschappen zaten, beiden deel uitmaakten van beroepscommissies en die beiden meerdere keren verkozen werden in het moderamen van de Generale Synode om als ouderling-scriba het verloop van de vergaderingen vast te leggen. We memoreren hier met respect en hartelijk meeleven:
In memoriam ouderling G. Roos (71)
Onze vriend en broeder diende jarenlang als ouderling, eerst de gemeente van Apeldoorn en daarna van Kampen. Met de gaven die de Heere hem onmiskenbaar had geschonken, mocht hij dienstbaar zijn in de vier geledingen van ons kerkelijk leven. Dus plaatselijk, binnen de classis, respectievelijk Rijssen en Kampen, binnen de Particuliere Synode van het Oosten en in de Generale Synode. Daar hebben we naast hem gezeten in het moderamen. Zijn gaven op het terrein van de journalistiek en de theologie mocht hij met hart en ziel inzetten in het belang van het geheel der gemeenten, die hem lief waren. Zonder kerkistisch te zijn. Samen maakten we ook deel uit van het deputaatschap kerkrecht. Voor uitgaven als &lsquo In (goede) orde&rsquo heeft hij bij voorbeeld op de achtergrond heel veel werk verricht. Dat geldt voor meer kerkelijke advies- en onderzoekcommissies. Regelmatig mochten we als redactie van De Saambinder op hem een beroep doen als principieel medewerker. Want een samen-binder was hij! Bijzonder willen we hier daarom ook noemen de eindredactie van de &lsquo Bijbel met uitleg&rsquo .
Na weken tussen hoop en vrees is hij aan de gevolgen van corona bezweken. Opmerkelijk hoe zijn vrouw en kinderen het rouwbericht beginnen. Onder het citaat van Hebreeë n 11 vers 14-16 &lsquo &hellip want Hij had hun een stad bereid&rsquo lezen we: &lsquo mijn geliefde man, onze lieve vader &hellip is na een huwelijk van 50 jaar overleden. Hij droeg veel leed om zijn dagelijkse fouten en zondig bestaan. Hij leerde echter alle dingen schade te achten om de kennis van Christus&rsquo . Daarmee is genoeg gezegd. We hopen dat zijn vrouw, die in hem voor het kerkelijk leven duidelijk offers heeft gebracht, Gods troost en nabijheid mag ontvangen. En dat zijn talrijk nageslacht zijn gedachtenis in ere mag houden. Door te gaan in zijn spoor. Het opstandingshoofdstuk 1 Korinthe 15 besluit niet tevergeefs met: &rsquo als die weet dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere&rsquo (vers 58b). Zo staren we onze broeder Gerrit na&hellip
In memoriam ouderling J. T. van den Berg (77)
Deze geliefde broeder ontviel ons dus ook op dinsdag 21 april. Hoe vitaal hij ook scheen, hij stierf aan complicaties die optraden na besmetting met het coronavirus. Hij diende vele jaren met grote plichtsbetrachting de gemeente van Nunspeet als ouderling. Daarnaast mocht hij zijn gaven inzetten voor het geheel der gemeenten, in alle vier de geledingen. Hij werd als ouderling-scriba opvolger van ouderling Roos in het moderamen van de Generale Synode. Ook hij maakte deel uit van het deputaatschap kerkrecht. Sinds zijn pensionering besteedde hij daar veel tijd aan. Voor buitenstaanders is het niet voor te stellen hoeveel tijd en energie hij daaraan besteedde. En vooral de manier waarop hij dat deed. Zo principieel, integer en deskundig! Hij werkte zelfs de laatste jaren in stilte aan een proefschrift over kerkrecht. Die stilte typeert zijn bescheidenheid. Zo sloeg ik hem van dichtbij in verbondenheid gade! Hij was gepromoveerd jurist en jarenlang lid geweest van de Tweede Kamerfractie van de SGP. Als zodanig keek ik tegen hem op. Maar dat was niet nodig, Koos bleek mijn broeder. Want vanaf zijn jonge jaren had hij gezocht naar de waarheid. Afkomstig uit de Gereformeerde Kerken had de Heere hem zoekend gemaakt. Zelf zei hij daarvan: &lsquo Door Gods leiding in mijn leven ben ik naar de bevindelijke waarheid getrokken&rsquo . Het was merkbaar dat die hem innerlijk lief was geworden. God had hem klein gemaakt en afhankelijk gehouden. Een man, niet van veel grote woorden, maar wel met de vruchten van ootmoed en oprechtheid. Dá t is wat wezenlijk samenbindt in de praktijk van het kerkelijk leven. We zullen hem daarom erg missen! Dinsdag 28 april hebben zijn vrouw en gezin hem moeten uitdragen. Maar zijn hele leven laat een blijvend getuigenis na: &lsquo Zie, waarlijk een Israë liet, in welken geen bedrog is&rsquo (Joh. 1:48). Dat was en blijft Gó ds werk. Wij worden in Psalm 37:37 opgewekt om te letten op zulke oprechten. Want het einde van hen zal vrede zijn. Vrede in het bloed des kruises.
Ds. G.J. van Aalst
De Saambinder, 30 april 2020