Op 9 november overleed mevrouw A. Paul-Bos. Na een kort en ernstig ziekbed heeft de Heere haar weggenomen van de zijde van onze geliefde medebroeder ds. H. Paul, hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen.
Sinds het emeritaat, vanuit de gemeente Oostkapelle op 1 oktober 1999, vestigden zij zich in onze burgerlijke en kerkelijke gemeente waar zij een gewaardeerde plaats hebben gekregen.
Haar sterven laat een grote lege plaats achter in het leven van haar man. Drieënzestig jaar waren zij door de huwelijksband verbonden. Samen zijn ze de weg gegaan vanuit de tandartspraktijk naar de pastorie. Het vertrek uit Zoetermeer was voor haar een grote verandering. Steeds heeft zij haar man met hart en ziel gesteund en gevolgd in het ambtelijke dienstwerk, ook wanneer dit vroeg om het wegcijferen van zichzelf. De gemeenten waaraan ds. Paul verbonden is geweest, zullen zich herinneren hoe zij hem vergezelde op allerlei bezoeken in de gemeente.
Naast predikantsvrouw was zij eerst en vooral vrouw en moeder in het gezin.
Het gemis is ook voor de kinderen, klein- en achterkleinkinderen groot. Het was haar hartelijke verlangen voor het nageslacht: ‘Wie heeft lust den Heer’ te vrezen, ’t Allerhoogst en eeuwig goed’.
De laatste jaren minderden haar krachten maar haar betrokkenheid met het wel en wee in de gemeente en daarbuiten nam niet af.
De Psalmwoorden op de rouwkaart geven aan hoe het lag in haar hart: ‘Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op’. Het uitzien naar Zijn komen en naar Zijn spreken lag teer in haar hart.
Gedenke de Heere onze geliefde broeder ds. Paul en de zijnen. Wat zal het stil worden in de woning aan de Herenweg 1. Dat de Heere hem vertrooste met de menigerlei genade Gods, waarvan hij nog steeds in de prediking een uitdeler mag zijn.
Ds. W. Harinck, Moerkapelle
Bron: De Saambinder