Recent is door de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten (VOGG) onderzocht op welke orgels de organisten binnen de Gereformeerde Gemeenten spelen. In dit artikel wordt van dat onderzoek verslag gedaan.
Historie
Orgels die de eeuwen hebben verduurd, zoals deze veel voorkomen in PKN (hervormde) kerken, zijn in dit bestand helaas zeldzaam. Het oudste orgel van Peter Weidtmann staat in Nieuwdorp (1744), gevolgd door Kortgene (onbekende bouwer 1750), Utrecht (G.H. Quelhorst 1813), Tholen (Petrus van Oeckelen 1841) en Rijssen Zuid (C.G.F. Witte 1864).
De gemiddelde leeftijd van de orgels, exclusief de elektronische instrumenten en exclusief 12 in de 19-de eeuw gebouwde orgels, bedraagt 41 jaar tellen we de ‘oudjes’ wel mee, dan stijgt de gemiddelde ouderdom van het pijporgelbestand tot 55 jaar.
Orgelmakers
Een aantal orgelmakers heeft een dominante plaats binnen een breed palet aan bouwers die in de Gereformeerde Gemeenten actief zijn geweest, en enkele bouwers die dat nog zijn. We noemen Ernst Leeflang met 10, Fama & Raadgever met 8, Hendriksen & Reitsma met 9, J.L. van den Heuvel met 6 en koploper W.N. de Jong met 14 door hen gebouwde instrumenten.
Bij uitbreiding, overplaatsing(incl. Engelse orgels) e.d. worden de firma A. Nijsse & Zn en Ide Boogaard respectievelijk 14 en 15 maal met stip genoemd. Van de veel in de eerste helft van de 20-ste eeuw ‘in onze kringen’ actieve orgelbouwers (orgelfabrieken) zoals de firma Dekker, Koppejan en Koch zijn nog maar enkele instrumenten over gebleven.
Bouw
Onder invloed van de ‘neo barokke’ orgelbouw zijn ook in de Gereformeerde Gemeenten nagenoeg alle na de Tweede Wereldoorlog gerealiseerde instrumenten gebouwd met mechanische tractuur en sleepladen. Inclusief 2 orgels met elektrische registertractuur betreft het niet minder dan 120 instrumenten. De tweede groep in omvang zijn de elektronische instrumenten, die voor het merendeel door Johannus(Monarke), Eminent en Allen zijn geleverd. De derde categorie betreft de elektrisch-pneumatische instrumenten waarbij de bouwer Valckx & Van Kouteren in dit segment de leiding heeft.
De aard van de instrumenten in hun opbouw wordt gedomineerd door twee manuaalwerken en een pedaal. Het tweede klavier naast het hoofdwerk (Manuaal I) betreft een bovenwerk, positief, onderwerk, dwarswerk, zwelwerk, nevenwerk of een onderpositief een scherpe indeling valt niet te maken daar de nomenclatuur voor het tweede manuaalwerk ‘zweeft’. In ieder geval zijn er 5 instrumenten die een borstwerk en 29 instrumenten die een rugwerk hebben. Er zijn 23 één klaviers instrumenten, waaronder 13 met een aangehangen pedaal.
Niet onvermeld mag blijven dat het orgelbestand binnen de Gereformeerde Gemeenten inmiddels, als Haamstede gereed komt, met 4 Engelse orgels uit de 19 de eeuw wordt verrijkt. Het laatst nieuw gebouwde instrument betreft het door Ide Boogaard gebouwde, mechanische orgel voor de Gereformeerde Gemeente van Barneveld-Centrum 33 stemmen verdeeld over hoofdwerk, onderpositief en pedaal.
De ‘top 10’ in grootte van het instrumentenbestand in de Gereformeerde Gemeenten wordt gevormd door:
- Amersfoort III/Ped/34 - B.A.G. orgelmakers
- Barneveld-Zuid II/Ped/34 - Mense Ruiter
- Ridderkerk II/Ped/35 - J.L. van den Heuvel
- Kampen III/Ped/36 - de Koff/fa. Reil
- Ede II/Ped/37 - Pels/Adema kerkorgelbouw
- ‘s Gravenpolder II/Ped/39 - Fama & Raadgever/ fa. Nijsse
- Goes III/Ped/40 - D.A. Flentrop
- Yerseke III/Ped/42 - J.L. van den Heuvel
- Scherpenzeel III/Ped/43 - Ide Boogaard
- Tricht-Geldermalsen III/Ped/44 - Ide Boogaard
Opmerking: deze ranglijst loopt niet parallel met de 10 grootste kerkgebouwen binnen de GG in aantal zitplaatsen en wil ook niet de suggestie oproepen dat grotere orgels fraaier zijn dan kleinere instrumenten.
Advies
Ook het werkveld voor de orgeladviseurs kent een paar opmerkelijke feiten. Het zal niet verwonderen dat in veel gemeente de orgelbouwadviescommissie van de VOGG is gevraagd een nieuw of overplaatsingsproject te begeleiden. Niet minder dan 50 maal mocht onze ‘eigen’ adviescommissie een kerkelijke gemeente dienen. De OAC is nog wel meer malen betrokken geweest bij nieuw- en verbouwsituaties, waarbij dan in een later stadium andere adviseurs worden gevraagd of de plaatselijke commissie de klus zelf heeft overgenomen.
Adviseurs die meer dan tweemaal bij orgelprojecten binnen de GG worden genoemd zijn Dirk Bakker, Cees ’t Jonk, Arie J. Keijzer, Dirk Jzn. Zwart en Herman van Vliet.
Ter ondersteuning is een bestand met alle kerkorgels te downloaden.