Ds. J. Karels 45 jaar predikant

Home Nieuwsberichten Ds. J. Karels 45 jaar predikant

Woensdag 2 september was het 45 jaar geleden dat ds. J. Karels, emerituspredikant te Rijssen, tot predikant werd bevestigd in zijn eerste gemeente Werkendam. Ter gelegenheid van dit jubileum is een artikel overgenomen uit "Terdege" van 12 februari 2014. Hierin wordt de levensloop van ds. Karels beschreven van zijn ambtelijke periode.

&bdquo t Volk in later eeuw geboren, zal Zijn macht en goedheid horen, staat op een bordje boven het raam van de studeerkamer van ds. J. Karels. Een geschenk van zijn belijdeniscatechisanten in Middelharnis, nadat de predikant door deze psalmregels was bemoedigd. Die woorden gingen mee toen hij na zijn emeritaat verhuisde. Ze bleven, ook nu hij niet meer preken kan.

Het appartement op de tweede verdieping biedt uitzicht op de kerk van de Gereformeerde Gemeente van Rijssen-West. Eenmaal per zondag zet ds. Karels zich er onder het Woord zijn vrouw kan er nog twee keer naartoe (anno 2020 is het niet meer mogelijk om naar de kerk te gaan, red.).
Het predikantsechtpaar woont nu alweer ruim tien jaar in Rijssen, maar in Oudemirdum kwam er abrupt een einde aan het ambtelijk werk. Twee weken zouden ds. Karels en zijn vrouw daar in hun vroegere pastorie zijn twee zondagen zou hij er preken. Nadat de predikant drie maanden slechts eenmaal per zondag had kunnen voorgaan, sprak hij op die eerste zondag in Oudemirdum, 16 september 2012, toch weer twee keer. En dat ging, met ruimte. De slotzang die avond was Psalm 43:5: &bdquo Berust in &rsquo s Heeren welbehagen...&rdquo
Anderhalve dag later trof hem een herseninfarct. &bdquo Het was al een tijd mijn verzuchting: &lsquo Heere, hoe lang moet en mag ik doorgaan?&rsquo Na een hartinfarct in 2008 kon ik enkele maanden niet preken daarna mocht het toch weer gaan. Ik kreeg nog opening, dus ik had geen vrijmoedigheid om te stoppen. Maar nu het herseninfarct. Dat was het antwoord.&rdquo
Ds. Karels is goeddeels hersteld, maar zwakte in het hoofd kan zich soms opeens doen gelden. Daarom preekt hij niet meer. &bdquo De eerste maanden taalde ik er ook niet naar, maar toen ik weer wat opknapte, werd het moeilijker. Nu mag ik het soms inleven: Berust... Maar het gaat op en neer.&rdquo

Gezegende stad
Ds. en mevrouw Karels zijn geboren en getogen Rotterdammers. Hij kerkte in Centrum, zij in West. &bdquo Wat waren er daar toen veel van Gods volk en wat was er een gezelschapsleven. Dat vond je gewoon, maar nu denk je er met heimwee aan terug. Wat hadden we een bevoorrechte jeugd: al onze vier ouders waren godvrezende mensen. En als het geestelijk leven levendig is, dan is er ook tijd om er met anderen over te spreken. Jacob is dun geworden, maar de Heere houdt Zijn Kerk in stand.&rdquo
Maandenlang verbleef Karels soms bij familieleden in Herkingen. &bdquo Daar was tijdens de oorlog meer voedsel dan in de stad.&rdquo Op de Rotterdamse Rehobothschool kreeg hij les van meester Van Bochove. &bdquo Mijn moeder had hem vroeger in Herkingen als onderwijzer gehad.&rdquo
Karels was elf jaar toen gewrichtsreuma hem velde. Hij herstelde, maar de dokter zei dat hij later nooit een staand of een spannend beroep mocht uitoefenen. Hij werd dominee...
Na vier jaar mulo werkte Karels achttien jaar op een scheepvaartkantoor. &bdquo Ik heb jaren met het leraarsambt gelopen, onder veel strijd. In 1970 werd ik bevorderd tot procuratiehouder, de jongste in het bedrijf. Toen was ik in mijn waarneming verder van het ambt af dan ooit.
Toen ik werd voorgesteld aan de raad van commissarissen, was het in mijn hart: &lsquo &rsquo k Heb David, Mijnen knecht, Mijn gunsteling gevonden.&rsquo Mijn hart ging naar iets anders uit.
Een firma met wie we zaken deden, nodigde me uit voor een etentje. Daar kreeg ik het aanbod directeur in Vlissingen te worden. Er werd gezegd: &bdquo U hoeft niet te zeggen wat u verdient, maar wat het ook is, bij ons krijgt u het dubbele.&rdquo Een verleidelijk aanbod, maar ik was alleen maar bedroefd, want kort tevoren was ik door het curatorium afgewezen. Dan ga je met alles de diepte in er bleef niets van mijn bekering en roeping over.&rdquo Op het aanbod uit Vlissingen ging hij niet in.
&bdquo Toen ik in 1971 weer naar het curatorium ging, zei de voorzitter, ds. A.F. Honkoop: &lsquo Wat is er veranderd?&rsquo Ik zei: &lsquo Ten diepste niets, maar é é n ding weet ik wel: als er ooit een volmaakte bidder is geweest, dan was het de Borg. Van Hem werd gezegd: En in zware strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. Dat laatste is voor mij het afgelopen jaar ook waar geweest.&rsquo Zo ben ik aangenomen.&rdquo
Als student voelde Karels zich aanvankelijk wat eenzaam. &bdquo Ik was de enige in het eerste jaar, en in het tweede jaar zat niemand. Tegen de derde- en vierdejaars keek ik op, want die preekten al.
Van de docenten kende ik ds. A. Vergunst goed, want ik was scriba van zijn kerkenraad geweest. Ik verzuchtte tegen hem: &lsquo Hoe kan er nu toch staan: De verheffingen Godes zullen in hun keel zijn, terwijl er ook staat dat slangenvenijn onder onze lippen is?&rsquo Hij zei: &lsquo Joh, de Heere kan door het vuilste riool nog schoon water doen spoelen.&rsquo Dat is me mijn hele bediening bijgebleven.&rdquo

Voor de poort
Werkendam was in 1975 de eerste gemeente. &bdquo Een periode met veel strijd, maar dan kwamen de bemoedigingen juist op tijd. Daar woonde emerituspredikant ds. Chr. van Dam. Hij zei: &lsquo Broertje, als jij &rsquo s zondags Amen zegt, begint Van Dammetje voor je te zuchten voor de volgende zondag.&rsquo
Zijn sterven kwam nog plotseling. Hij leek onbereikbaar. Ik pakte zijn pols en zei: &lsquo Ga je ons zó verlaten?&rsquo Opeens opende hij zijn ogen en zei: &lsquo Broertje, ben je daar? Van Dammetje ligt op je te wachten. De Heere heeft je preek willen gebruiken om me voor de poort van de hemel te brengen.&rsquo Dat was de preek die ik anderhalve dag eerder onder moeilijke omstandigheden had gehouden. Hij zei: &lsquo Zul je nooit anders gaan preken? Doe je lieve vrouwtje de groeten.&rsquo En dat zijn zijn allerlaatste woorden geweest. Hij is in de liefde gestorven.&rdquo
Vanuit Beekbergen, dat in 1979 zijn tweede gemeente werd, bleef ds. Karels alle rouw- en trouwdiensten in Werkendam verzorgen. Daaraan kwam een eind toen hij in 1983 naar het grote Rijssen-Zuid ging. &bdquo Toen ik ouderling J. Koster belde om te zeggen dat ik het beroep aannam, zei zijn vrouw: &lsquo Ik zal eens kijken waar hij is.&rsquo Koster kwam aan de telefoon en zei: &lsquo Ik lag net op de knieë n te smeken of u mocht komen.&rsquo
Het werd een bewogen periode, ook door het overlijden van een dochter van de predikant. Een drukke periode ook. &bdquo Toen ik wist dat ik zo niet verder kon, voelde ik dat ik weg mocht. Ik dacht: Hoe moet ik dat tegen mijn vriend Koster zeggen? Toen werd ik bij Psalm 22:29 bepaald: &lsquo Het koninkrijk is des Heeren.&rsquo Daarmee werd Rijssen van mijn schouders afgenomen.
Ik ging naar Koster. Hij zei: &lsquo Wat zit u toch te draaien? Zeg het maar. En ga in vrede.&rsquo Hij wist het dus al.&rdquo

Toekomstverwachting
Zo kon ds. Karels in 1991 naar Oudemirdum. &bdquo Van 2500 naar 250 mensen, maar ik zat tegen een burn-out aan, dus de eerste tijd had ik ontheffing van consulentschappen. We hebben er een heel goede tijd gehad.&rdquo
Middelharnis werd in 1999 de laatste gemeente. &bdquo Dat werd echt op mijn weg geplaatst.&rdquo Nieuwjaarsdag 2000 was spannend. &bdquo Er werd gevreesd voor chaos in de computersystemen vanwege de wisseling van jaartal. Kort voordat ik die morgen naar de kerk ging, werd ik bepaald bij: &lsquo &rsquo t Volk, in later eeuw geboren, zal Zijn macht en goedheid horen.&rsquo Ik zocht het nog gauw op: Psalm 102:10. Die morgen heb ik de gemeente mogen voorhouden dat, bij alles wat verandert, de Heere de Getrouwe is Die met Zijn werk doorgaat. Dat gaf indruk, en daardoor kreeg ik die woorden later als houtsnijwerk van mijn belijdeniscatechisanten.
De volgende dag was Zondag 21 aan de beurt: &lsquo Dat de Zone Gods uit het ganse menselijk geslacht Zich een gemeente (...) vergadert.&rsquo Het is een van de weinige keren geweest dat ik een zondag niet in é é n preek heb kunnen behandelen. De Heere liet me zien dat niet een prediker, maar de Zone Gods Zich een gemeente vergadert.&rdquo
Om gezondheidsredenen ging ds. Karels op 1 juli 2003 met emeritaat. Bijna 40 jaar verkondigde hij het Woord. &bdquo In alle vijf de gemeenten was ik in zwakheid en vreze. Ik heb altijd van het gekregene moeten leven. Het was een kruis voor me dat ik op de kansel zo onvrijmoedig was. Maar wat overblijft is: ik onverbeterlijk, God onveranderlijk. Zijn liefdedienst heeft nooit verdroten.&rdquo

Terug naar overzicht nieuws