Tekst
Zoals al vermeld, worden de Gereformeerde Gemeenten geregeerd door haar eigen statuut.
De wijze waarop het bestuur van de plaatselijke gemeenten wordt ingericht en de wijze waarop de vertegenwoordigers van plaatselijke gemeenten in ‘meerdere’ of ‘bredere’ vergaderingen (classicale en synodale vergaderingen) bijeenkomen is geregeld in de hierboven vermelde Dordtse Kerkorde.
Voor elk van deze meerdere vergaderingen wordt een Agenda opgesteld; van de beraadslagingen worden notulen dan wel acta opgesteld.
De wijze van verkiezing van leden van de kerkenraad, zijnde de regering van de plaatselijke gemeente, vindt plaats door middel van de zogeheten aristocratisch-democratische methode. De kerkenraad stelt (een) dubbeltal(len) waaruit de leden van de gemeenten kunnen kiezen. Het minimum aantal kerkenraadsleden is drie.
Waar enigszins mogelijk, is het beleid betreffende de samenstelling van de kerkenraad erop gericht om te voorkomen dat de kerkenraad voor meer dan een bijkomstig deel bestaat uit familieleden. Kan niet worden vermeden dat een meer dan bijkomstig deel van de kerkenraad uit familieleden bestaat, dan worden adequate maatregelen getroffen om een verantwoord bestuur van de betreffende gemeente, daaronder begrepen het beheer en de besteding van de financiële middelen, te waarborgen. Deze maatregelen kunnen onder andere betrekking hebben op de verdeling van de taken binnen de kerkenraad en op het onderlinge toezicht op het beheer en de besteding van de financiële middelen. Daarnaast kunnen kerkenraden ondersteuning krijgen van door de classis voor elke gemeente aangewezen consulenten.
Met betrekking tot het verstrekken van vergoedingen aan kerkenraadsleden geldt als uitgangspunt dat uitsluitend een vergoeding wordt verstrekt voor gemaakte onkosten.
Aan predikanten wordt voor hun niet-bestuurlijke werkzaamheden binnen de gemeente waarvan zij predikant zijn een passend traktement en eventueel vrije bewoning van de pastorie verstrekt.
Het traktement voldoet aan de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. Daarnaast wordt hen een vergoeding verstrekt voor de door hen in dat kader gemaakte onkosten.
Vraag en antwoord
De DKO schrijft voor in Artikel 22. dat de kerkenraad bij een vacature tot ambtsdrager een dubbel aantal kandidaten voorstelt, ter verkiezing van 1 van hen. Wanneer er twee vacatures zijn, dienen er 2 dubbele aantallen te worden voorgesteld. Vier mannen in totaal, dus. Dit zijn geen 2 twee-tallen, waaruit per twee-tal 1 persoon gekozen moet worden, maar een vier-tal mannen, waaruit willekeurig 2 mannen gekozen moeten worden.
Artikel 22 – Verkiezing van ouderlingen
- Het staat de kerkenraad vrij om zo veel ouderlingen als er nodig zijn aan de gemeente voor te stellen. Daartoe wordt een dubbel aantal kandidaten gesteld om de helft hiervan door de gemeente te laten verkiezen.