Tekst
Teneinde hun werkzaamheden als kerk te kunnen verrichten zullen de plaatselijke gemeenten tijdens de
kerkdiensten afzonderlijke collecten houden voor niet-diaconale kerkelijke, en voor diaconale doeleinden en aan
hun leden gelegenheid geven om ook op andere wijze gelden voor deze doeleinden te bestemmen via giften en
legaten.
Bij het beheer en de besteding van de verkregen middelen zal een strikt onderscheid worden gemaakt tussen
gelden die zijn verkregen voor niet-diaconale doeleinden en gelden die zijn verkregen voor diaconale doeleinden.
Beide categorieën middelen worden op afzonderlijke bank- en/of girorekeningen ondergebracht, waarbij vanaf de
niet-diaconale rekening(en) slechts gelden mogen worden besteed ten behoeve van niet-diaconale doeleinden en
waarbij vanaf diaconale rekeningen slechts gelden mogen worden besteed ten behoeve van diaconale
doeleinden.
De gelden die zijn bestemd voor niet-diaconale doeleinden worden beheerd en geadministreerd door de
penningmeester van de kerk. De gelden die zijn bestemd voor diaconale doeleinden worden beheerd en
geadministreerd door de penningmeester van de diaconie.
Bij het beheer van niet-diaconale en diaconale middelen wordt zuinigheid en voorzichtigheid betracht. Zuinig
beheer houdt in dat de kosten van beheer worden beperkt tot noodzakelijke uitgaven. Voorzichtig beheer houdt
in dat de middelen die niet direct worden uitgegeven voor de doeleinden waarvoor zij zijn bestemd op
risicomijdende wijze worden belegd, dat wil zeggen niet in beleggingen met meer dan geringe risico’s en niet bij instellingen met een onvoldoende financiële soliditeit.
Bij het beheer van niet-diaconale en diaconale middelen wordt er voorts naar gestreefd om – indien mogelijk –
reserves te vormen of aan te vullen teneinde middelen ter beschikking te hebben voor verwachte en/of
onverwachte toekomstige uitgaven. Reservevorming voor niet-diaconale uitgaven is vooral wenselijk als in de
toekomst uitgaven voor aankoop, nieuwbouw, verbouwing of onderhoud van een kerkgebouw, pastorie,
kosterswoning of overige aanverwante gebouwen zijn te verwachten.
Reservevorming voor diaconale uitgaven is in het algemeen van belang omdat tot de gemeenten leden kunnen
behoren die gemoedsbezwaren tegen verzekeringen hebben, welke leden met diaconale bijstand plegen te
worden ondersteund als zij als gevolg van deze gemoedsbezwaren in hun privé- of gezinsleven in financiële
moeilijkheden komen. Het voorgaande doet niet af aan het uitgangspunt dat de omvang van de reserves niet
groter dient te zijn dan het bedrag dat redelijkerwijs noodzakelijk kan worden geoordeeld om verwachte en/of
onverwachte toekomstige uitgaven te dekken.
Vraag en antwoord
Bij het beheer en de besteding van de verkregen middelen zal een strikt onderscheid worden gemaakt tussen
gelden die zijn verkregen voor niet-diaconale doeleinden en gelden die zijn verkregen voor diaconale doeleinden.
De gelden die zijn bestemd voor niet-diaconale doeleinden worden beheerd en geadministreerd door de
penningmeester van de kerk. De gelden die zijn bestemd voor diaconale doeleinden worden beheerd en
geadministreerd door de penningmeester van de diaconie.